 Sacramentsdag
Introïtus: | | Cibavit eos ex adipe frument, alleluia, et de petra, melle saturavit eos, alleluia, alleluia, alleluia. | Hij heeft hen gespijzigd met de bloem van tarwe, alleluia, en met honing uit de rots verzadigd, alleluia, alleluia, alleluia. | Ps. Exsultate Deo adjutori nostro; jubilate Deo Jacob. | Ps. Jubelt voor God, onze sterkte, juigt de God van Jakob ter eer. | Gloria Patri ... | Eer aan de Vader ... | Alleluia: | | Caro mea vere est cibus, et sanguis meus vere est potus: qui manducat meam carnem et bibit meum sanguinem, in me manet, et ego in eo. | Mijn vlees is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem. | Proza: | | - Ecce panis Angelorum, factus cibus viatorum: vere panis filiorum, non littendus canibus.
- In figuris præsignatur, cum Isaac immolatur: agnus paschæ deputatur: datum manna patribus.
- Bone pastor, panis vere, Jesu nostri miserere: tu nos pasce, nos tuere: tu nos bona fac videre in terra viventium. - Tu, qui cuncta scis et vales: qui nos pascis hic mortales: tuos ibi commensales, cohæredes et sodales, fac sanctorum civium. Amen. Alleluia. | - Zie hier het brood der engelen, tot voedsel voor reizigers geworden, waarlijk brood voor de kinderen, niet geworpen voor de honden. - In beelden wordt het voorafgebeeld, als Isaac geofferd, het paaslam voorgeschreven, manna gegeven aan de vaders. - Goede herder, waarachtig brood, Jezus ontferm u over ons, voed ons, bescherm ons, laat ons het goede zien in het land van de levenden. - Gij die alles weet en kent, die ons stervelingen voedt, maak ons uw disgenoten, erfgenamen en gezellen van de heilige hemelbewoners. Amen. Alleluia. | Communio: A- en B-jaar | | Qui manducat meam carnem et bibit meum sanguinem, in me manet, et ego in eo, dicit Dominus. | Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem, zegt de Heer. | |
Communio: C-jaar | | Hoc corpus, quod pro vobis tradetur: hic calix novi testamenti est in meo sanguine, dicit Dominus: hoc facite, quotiescumque sumitis, in meam commemorationem. | Zo spreekt de Heer: dit is mijn lichaam voor u en deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit, elke keer dat gij hem drinkt, tot mijn gedachtenis. |
|