Introïtus: | |
Visitabo oves meas, et susitabo pastorem, qui pascat eas: ego autem Dominus ero eis in Deum, et servus meus princeps in medio eorum. | Ik zal mijn schapen bezoeken en een herder aanstellen om hen te weiden: ik zal voor hen een Heer zijn en God, en mijn dienaar een leider in hun midden. |
Ps. Cantate Domino canticum novum, quia mirabilia fecit. | Ps. Zingt voor de Heer een nieuw lied, want wonderen deed Hij. |
Gloria Patri ... | Eer aan de Vader ... |
Alleluia: | |
Deus purgavit peccata ipsius et exaltavit in æternum cornu ejus et dedit illa testamentum regni et sedem gloriæ in Israel. | God zuiverde hem van zijn zonden en verhoogde in eeuwigheid zijn macht en Hij gaf hem het verbond van zijn rijk en de glorievolle zetel van Israel. |
Communio: | |
Dedit mihi Dominus linguam mercedem meam, et in ipsa laudabo eum. | De Heer gaf mij een tong tot beloning en daarmee zal ik hem loven. |
Hymne: | |
1. Festa lux claro celebris triumpho, Annuo nobis revoluta lapsu, Posteris tanti merito parentis Gaudia promit. | 1. Een feestelijk licht met luister omgeven stemt elk jaar tot grote vreugde en dank, om 't wondervolle leven van hem die wij als vader eren. |
2. Hunc adhuc matris gremio latentem, Præsulum vates monuit futurum Angelus: natum supera vocavit Christuds ab arce. | 2. Nog toen hij schuilde in moeders schoot voorzegde een engel dat ooit dit kind ons voor zou gaan: en toen hij dan geboren was riep Chistus' stem |
3. Pupura tandem generis relicta, Membra melote tegit innocenti, Alter et Paulus graviter tonando Pulpita complet. | 3. Weelde en purper wijst hij af voor de eenvoudige schapenvacht en als Paulus, onversaagd preekt en spreekt hij 't woord van God. |
4. Mutuis in sese odiis flagrantes Fœdere adstringit, penetrat propheta Abditas culpas, oculis fundit Lumina cassis. | 4. Stormen van haat en laaiende nijd buigt hij tot vrede om: waar boosheid huist peilt hij ontfeilbaar, profetisch bezield en geeft weer licht aan verblinde ogen. |
5. Imperat morbis, alimenta egenis Fratribus supplet, fugat efficaci Dæmones verbo, superat feroces Strenuus hostes. | 5. Toevlucht in ziekte, hulp in nood, voor behoeftige broeders, bezweert hij de boze met zuiverend woord en waagt de strijd waar onheid dreigt en vijandigheid. |
6. Hæresis, forti hoc duce, Tanchelini Ore blasphemo sacra polluentis Victa apud Belgas, simul et tyrannis Impia cedit. | 6. Onverzetbaar in geloof overwint hij Tanchelm die in 't land der Belgen de heilige tekens smaadde en hij doet de driestheid wijken. |
7. Virginis sumit monito Mariæ Candidam vestam, videt Hipponensem Præsulem sacros sibi codicillos Rite ferentem. | 7. In vrome eerbied voor Maria aanvaardt hij 't maagdelijk witte kleed. Zijn leven richt hij naar de geest van Hippo Regius' heilige bisschop. |
8. Quos et oblatos, animo lubenti, Pontifex Summus recipit probatque, Magdeburgensem simul et tiaram Sumere cogit. | 8. Blij verrast geeft de Opperherder hem zijn zegen en spoort hem aan. Romes bisschop vertrouwt hem de kerkgemeente van Maagdenburg toe. |
9. Sit Deo nostro decus et potestas Sit salus perpes, sit honor perennis Qui poli summa residet in arce Trinus et unus. Amen. | 9. Aan onze God zij eer en macht, eeuwige dank en lof gebracht, aan Hem die, Vader, Zoon en Geest, in eeuwige band van liefde leeft. Amen. |
| |