donderdag 22 mei 2003 9:35Liefste Vriendinnen,
Beste Vrienden,
Beste Collegae,
en de vele sympathisanten,
Op 12 mei was het uiteindelijk zo ver: na tien jaar dromen van de tocht naar Compostela ben ik die dag te voet vertrokken, samen met enkele medestappers (voor de eerste honderden meters of kilometers). De tocht ging van huis via Aanzet (met dank aan de collega's die tot aan de Minnemeersbrug stapten met cymbalen, toeters en ander lawaaimakend spul). Vandaar vlotte tocht naar Aalst. Totaal: 30 km.
's Anderendaags moeizaam van Aalst naar Grimbergen: de benen wilden niet echt doen wat ik van hen verlangde, maar bon 'k ben er geraakt. Totaal: 28 km.
De volgende dag van Grimbergen naar Leuven (via Zaventem... levensgevaarlijk omwille van de vliegtuigen die in mijn weg liepen). Totaal: 25 km.
De dag nadien alweer op pad: van Leuven tot Grande Rosière, laatste gemeente in Waals-Brabant. Totaal 31 km.
Nadien via een schitterend wandelweggetje (een oude spoorwegbedding) naar Namen: 21 km.
In Namen de eerste andere Compostela-stappers tegengekomen, maar zij volgen een totaal andere route.
Na een nachtje slapen in Namen was't al zaterdag en ben ik doorgestapt naar de abdij van Leffe: 28 km. Onderweg de eerste maal last gehad van pijnlijke hielen en een tegensputterende rechterknie. Dan maar een (schitterende) rustdag genomen in de abdij. Daar mocht ik niet te lang blijven, of mijn 'buikzak' zou binnen de kortste keren zwaarder zijn of de rugzak.
De maandag vertrokken van Leffe naar de Abdij van Chevetogne waar ik op dit moment nog een uurtje of iets meer zal zijn. Druipnat toegekomen en hier na een aantal uren in het werk gevallen (Quark Xpress-werk om precies te zijn).
Op dit moment is't druilerig weer, 'k zou hier als ik wil nog kunnen blijven werken, maar Compostela roept, dus ga ik straks op stap... Een echte pelgrim moet een beetje afzien (denk ik, maar liefst niet te veel).
'n Paar persoonlijke boodschappen:
Dank aan iedereen die op één of andere manier op een toffe manier afscheid heeft genomen voor mijn vertrek.
Dank aan de collega's voor het feestelijke uitzwaaien.
Dank aan Wilfrieda om ondanks het vele werk, toch de logo van de Groupe de Chevetogne door te sturen.
Dank aan Françoise om mijn papierwinkel in orde gebracht te hebben net voor mijn vertrek.
Els Vanden Eede: 'k ben wel degelijk naar de belastingen gestapt in Grimbergen. Deur op slot. Een madam deed open en zei me dat ze geen 'mevrouw Vanden Eede' kende en dat ik maar moest aanbellen bij de BTW op 't zelfde adres. Aangebeld, maar geen reactie gekregen.
Wim Bonte: de voorbije dagen in de abdij van Chevetogne het gezelschap gehad van diaken Jean. Hij gaat straks met mij een uurtje op weg richting Frankrijk.
Peter en Els Cosyn: de rugzak is hoe dan ook te zwaar. Jullie tent krijgt een rustpauze van 4 1/2 maand in de abdij (en wordt zo misschien een 'heilig huisje').
Ik denk niet dat antwoorden op deze mail nog veel zin heeft. Na het verzenden ga ik mijn rugzak pakken en verlaat de abdij. Meer nieuws van zodra ik eens in een internetcafé geraak!
Hartelijke groeten.
Jean de Saint-Jacques de Compostelle

maandag 2 juni 2003 18:59
Dierbaren,
Na het vorige mailtje uiteindelijk toch nog een dag langer in de abdij van Chevetogne gebleven om de nieuw opgedoken klodden op te lossen. Nadien vertrokken en van het ene avontuur in het andere gevallen.
Na anderhalve dag stappen kom ik door het dorpje Hierges (Franse Ardennen, in die bult in de provincie Namen waar o.a. Givet ligt) als een man me aanspreekt. Hij had me 's morgens zien stappen tussen Beauraing en Givet en kon nauwelijks snappen dat iemand te voet naar zijn dorp komt stappen. Op 't moment dat ik vertel dat ik eigenlijk nog zo'n 2300 km te gaan heb is hij niet meer te houden: hij is eigenaar van een prachtige gite en biedt me die gratis aan. Een gite voor 4 personen met living, keuken, eetplaats, salon, 2 slaapkamers, badkamer met ligbad, afzonderlijke douche, 2 lavabo's, wc, een wasmachine om mijn vuile boeltje al eens grondig te wassen. Enige voorwaarde: 's avonds in zijn kleine restaurantje iets komen eten (kostprijs 9,5 euro). Twee dagen later kom ik dan in één van de laatste dorpjes in België (links van de Franse uitstulping in Namen) een groep van 4 Friezen tegen... op weg naar Compostela in etappes van telkens 1 week. We trekken samen op gedurende 3 dagen (goed gezelschap, veel gepraat, goedkoop geslapen in telkens andere zaaltjes die ons door gemeentebesturen of pastoors ter beschikking werden gesteld). Dan moet ik afhaken in Signy l'Abbaye wegens een ontsteking in m'n rechter scheenbeen: het is net donderdag O.L.H.-Hemelvaart. Van lieverlee (ik moet toch rusten en slaapplaats voor de komende nacht is nog niet geregeld) ga ik naar de eucharistieviering: groot parochiefeest blijkbaar. Na de viering nodigt men mij uit op de parochie-receptie en aansluitende picknick... Eten klaargemaakt door de boeren uit de omgeving, en ze hebben toch veel te veel meegebracht. Nog voor ik aan tafel ga nodigt een dokter en zijn familie me uit om 's avonds bij hen te logeren, te douchen en tussendoor zullen ze al mijn kleren eens wassen.
De volgende dag kom ik in Wasigny (F) langs een slagerij. De slager is zijn tuintje aan het opknappen. Hij ziet de schelp op m'n rugzak, roept me, geeft een frisse limonade te drinken, vult de drinkzak aan en geeft eten mee voor wel 2 personen. Zomaar: een pelgrim moet je helpen... Een eind verder ontmoet ik een Nederlandse dame van 63... op weg naar Compostela. Samen stappen we verder tot een dorp waar er een gite zou zijn. Helaas, foutje in de gids... helemaal geen gite. We zetten ons wat in de schaduw van een boom als een 'bagnolle' stopt. 'Bonjour, je suis le maire... en jullie zijn pelgrims die hier wilden overnachten, niet? Eh bien, jullie kunnen overnachten in het zaaltje naast het gemeentehuis. Er is een toilet en een 'pompbak'... maar 't is beter dan niets he'. Na de slagersmaaltijd (die dus echt voor 2 kon dienen) drinken we iets in de plaatselijke bar. Op 't moment dat we terugkeren zie ik de echtgenote van de burgemeester, vraag of ik een stempel in m'n boekje kan krijgen (om in Compostela te bewijzen dat ik de weg te voet aflegde). Geen probleem: de burgemeester opent op verzoek het gemeentehuis, geeft een stempel, vraagt om m'n motivatie en nodigt ons nadien in zijn versterkte hoeve uit 1699 uit om iets te drinken... Een fles champagne moet er aan geloven.
De volgende dag trekken we verder... De bar in het dorp is nog dicht, maar we zullen in 't volgende dorp ontbijten. Als we daar komen: geen bar, dus geen ontbijt? Neen hoor, iemand nodigt ons thuis uit en binnen de kortste keren hebben we lekker ontbeten. Nog 3 maal zullen we die dag moeten stoppen omdat mensen ons iets te eten, te drinken (of een combinatie van beiden) aanbieden. Als we 's avonds in Vieux-les-Asfeld aankomen en een kamer willen boeken in de Auberge (met goede reputatie qua eten) blijkt alles vol...
Miljaar... en dat na 26 à 28km. 2 minuten later een compromis: 2 bedden in het midden van het restaurant (de mensen eten met het mooie weer toch buiten) en een douche in de privébadkamer van de hoteluitbater.
't Is echt ongelooflijk... Het blijft zo doorgaan. Er gaat echt geen dag voorbij of men roept je na...
Wat wel een feit is, is dat je dingen die anders zo normaal lijken, echt leert appreciëren: een douche, een bed (i.p.v. slapen op de vloer), frisse lakens, fris gewassen kleren, een eenvoudige maar lekkere maaltijd, ...
Puur informatief: ik ben nu (2 juni), dag op dag 3 weken na m'n vertrek uit Gent, net aangekomen in Reims. Hier kan ik overnachten bij vrienden van vrienden (met dank aan Peter en Els C.) en blijf hier een dagje rondhangen.
Morgenavond controleer ik dan weer eens mijn mailbox, en dan zal ik wel zien wanneer het mailen weer eens lukt hé.
Hartelijke groeten aan iedereen.
Jean de Gand de Compostelle

maandag 16 juni 2003 16:30
Dierbare Landgenoten,
Na het verblijf bij de vrienden van Els en Peter te Reims (waarvoor nogmaals hartelijk dank) in twee dagen doorgestapt naar Chalons-en-Champagne. Daar moeten halthouden omwille van doorweekte schoenen. De avond van de eerste stapdag richting C-e-C immers een fel onweer met veel modder tot gevolg.
Beklaagd heb ik het me niet dat ik niet verder kon stappen. Aan een kerk waar een heel grote vermelding hing i.v.m. Compostela heb ik inlichtingen ingewonnen over mogelijke verblijfplaatsen voor pelgrims... Zo ben ik terecht gekomen bij persoonlijke kennissen van president Chirac, meer moet dat niet zijn voor een pelgrimsovernachting.
De volgende dagen in schroeiende zon verder gestapt in zuidelijke richting via Vitry le François tot Outines, waar ik noodgedwongen halt moest houden wegens lichamelijke problemen. De grote hitte, het transpireren en de wrijving tussen vel en kleren had er voor gezorgd dat mijn achterste was veranderd in 'rauwe hesp' en in de liesstreek hing er ook niet te veel vel meer. Bovendien ontsteking in het rechterbeen. Gelukkig is er jaren geleden in Outines een Duits koppel neergestreken die nog een caravan op overschot hadden, anders was het een plaatsje op het kerkhof geworden (denk ik).
Na anderhalve dag was ik genoeg gerecupereerd om verder te stappen. Nu en dan heb ik een beetje een kortere weg genomen omdat er in de diverse dorpjes niet echt veel mogelijkheden waren qua overnachting en kopen van voeding. Zo heb ik tussen Vitry le François en Mesnil St Père 5 nachten doorgebracht zonder ook maar enige douchemogelijkheid (of ik zou nu en dan in te duren hotels moeten overnachten hebben, maar een pelgrim moet ook wat afzien hé).
 |
Op die manier ben ik gisteren via Chablis, welbekend om zijn goede witte wijnen, aangekomen in Auxerre (Bourgogne). Ik was om 6.45 al vertrokken uit Chablis om nog voor de middag in de kathedraal van Auxerre te kunnen zijn... je weet maar nooit dat daar iemand aanwezig is voor overnachtingsmogelijkheden. En ja hoor, na de eucharistieviering ben ik meegenomen door een uiterst charmant koppel met 4 kinderen die nogal onder de indruk zijn van mijn onderneming. Gelukkig voor mij is de vrouw een apothekeres, want de huidproblemen zijn - ondanks en doktersbezoek in Brienne-le-Chateau - niet meer te overzien. Mijn benen gevlekt en opgezwollen, mijn billen (vanaf de kniestreek) vol jeukende blaasjes, de armen en nek met lichte neiging tot aanbakken en de handen eveneens vol jeukende blaasjes. Haar advies: alles zoveel mogelijk afdekken tegen het zonlicht, proberen zo weinig mogelijk chemische smeerlapperij aan te smeren en alles goed verluchten. En zo loop ik dus in een temperatuur van ongeveer 35° C rond in lange broek en hemd met lange mouwen. En ik moet bekennen dat het begint te helpen.
Maar niet getreurd, de moraal blijft goed! Morgen en overmorgen een tweetal etappes van gemiddeld 26-27 km en ik ben in Vezelay, eindpunt van de eerste grote etappe. Daar blijf ik tot volgende week maandag. Als er onder jullie zijn die een busreis willen organiseren naar Vezelay om me daar te komen bezoeken, dat kan nog, via de snelweg is Vezelay binnen een 5-tal uren te bereiken.
Volgende week maandag begint dan het tweede grote deel (460 km richting le Puy en Velay). Vandaar nog 800 km richting Frans-Spaanse grens en nog eens 800 km tot Compostela. Voor diegenen die van cijfertjes houden: ik stapte tot nu toe een kleine 700 km.
Voor het geval er mensen zijn die denken dat ik jullie vergeten ben: m'n gedachten gaan afwisselend naar m'n familie, AZ-MM, de vrienden van de Schola en de vrienden van GAG. En voor ik het helemaal vergeet... dank aan al diegenen die nu en dan eens een berichtje stuurden, 't is eveneens leuk voor mij om iets van jullie te vernemen.
Diegenen die foto's willen zien moeten maar eens naar m'n thuis afzakken... er zijn al twee filmpjes ontwikkeld en filmpje 3 en 4 zijn de voorbije dagen op de post gedaan.
Aan alle lieve dames aan de andere kant van de email-lijn een dikke kus, de heren een stevige handdruk (tenzij ze liever ook de kus hebben).
Jean de Compostelle, die hoopt op z'n verdere reisweg nog eens een emailcafé te vinden, maar da's volgens mij een heel kleine kans, want in Frankrijk zijn ze op dat gebied toch een beetje achter.
donderdag 10 juli 2003 17:44Dierbaren,
't Is lang gehoord dat je van mij nog iets geleden hebt, eh bien, 'k heb toch wel een beetje geleden. Maar vooraleer je dat te weten komt, wil ik in deze mail toch ook wel eens iets over het pelgrim zijn vertellen. Mail 1 en 2 ging over menselijke contacten en belevenissen, als pelgrim is er ook de spirituele kant van de tocht.
Zoals jullie al weten, kwam ik na iets meer dan één maand aan in Vezelay: voor de 4de of 5de maal in mijn leven, maar de eerste maal dat ik zo ontroerd aankwam... 740 km stappen en toch één en ander afgezien. 's Avonds tijdens de eucharistieviering in de imposante romaanse basiliek heel ontroerd geraakt door de woorden van het Onze Vader:'geef ons heden ons dagelijks brood'... Dat dagelijks brood is helemaal niet zo evident als je 's morgens vertrekt en niet weet of je 's avonds wel in een dorp zal geraken waar er tenminste een beetje eten te koop is. Twee dagen later in dezelfde basiliek de evangelielezing, Mattheus, ik weet niet welk hoofdstuk: 'kijk naar de vogels in de lucht die zich geen zorgen hoeven te maken, de bloemen in het veld die mooier aangekleed zijn dan de koning, maak je geen zorgen voor morgen...' (vrije vertelling): dit is wat ik ondertussen bijna twee maanden mag ervaren.
Het hoogtepunt in Vezelay was echter de zondagmorgen voor mijn vertrek. Na de lauden (het ochtendgebed van de kloostergemeenschap ter plaatse) werd mijn naam en nationaliteit afgeroepen voor de pelgrimszegen. Ik dacht rustig op mijn stoeltje te mogen blijven zitten, maar neen, ik moest helemaal alleen voor het altaar gaan staan, tussen aan de ene kant de monikken en aan de andere kant de monialen. Eémaal ik daar stond werd er verteld van waar ik kwam, waar ik heen ging... er volgde een heel mooi zegengebed en toen overhandigde 1 van de monniken een schaal met daarop een broodje en een Lucasevangelie: voedsel voor het lijf en voedsel voor de geest. Zelfs al zou je geen greintje religieus gevoel hebben, dan nog snap je dat dit een heel aangrijpend moment is. Ik was ondersteboven binnenstebuiten, stond te huilen (van ontroering en kontentement). Voelde me echt gesteund in mijn onderneming door die hele hechte kloostergemeenschap. Bovendien geruggesteund door de Scholavrienden Dorothée en Stefaan, net op doorreis naar hun vakantiebestemming.
Nadien vertrokken richting Le Puy... 431 lange lastige kilometers. Lastig omdat het door regionale parken gaat met zeer weinig voorzieningen voor overnachting en om eten te kopen, dus regelmatig etappes van 35 à 40 km.
Lastig omwille van de enorme niveauverschillen die per dag moesten overbrugd worden. Lastig omdat ik bijna de hele tocht helemaal alleen heb gelopen...
Op deze route loopt werkelijk niemand. Gelukkig ben ik de tweede dag per toeval een groepje van 11 Nederlandse bedevaarders (Vezelay - Autun) tegengekomen: op die manier kon ik toch 3 dagen in gezelschap stappen.
Ook met deze groep een sterk moment meegemaakt: de laatste dag samen werd mij gevraagd (als echte pelgrim, aheum aheum) om een korte ochtendbezinning te houden. In een reisverslag van een Nederlandse schrijfster over haar tocht naar Compostela vond ik de geknipte tekst. De inleidende zin was ongeveer zo: 'Als ik zeg dat ik alleen ben vertrokken, vertel ik geen leugen. Als ik zeg dat ik met velen ben vertrokken, vertel ik evenmin een leugen.'... Eh bien, da's ook mijn ervaring. Alle collega's zijn dagelijks present door het kleurige T-shirt (mijn tenue de soirée): gelijk wie ik tegenkom, ik moet uitleggen wat de T-shirt te betekenen heeft. Er is mijn familie die mentaal meevolgt, de vele vrienden van Schola Cantorum en Gregoriaans Abdijkoor, buren, bekenden, misschien ook veel mensen waarvan ik op dit moment niet het minste vermoeden heb dat ze mijn tocht meevolgen...
Maar er zijn ook de te vroeg overleden collega's Hilde De Clercq en Boris Vandamme die me deden inzien dat leven meer is dan werken. Er is Herman De Boeck van het GAG die tien jaar geleden, in Compostela, ook met het idee speelde ooit naar Compostela te stappen... maar ook hij heeft helaas het tijdige voor het eeuwige verwisseld. Ze stappen allemaal mee... Verder stonden er in de tekst nog gelijkenissen: het krijgen van onderdak, 'n telefoonkaart, 'n drankje onderweg... Er stond ook niet iets in over een Ierse zegenwens die de schrijfster had ontvangen voor haar vertrek. Laat ik net dezelfde zegenwens gekregen hebben van Inge Broeckaert (dank jongedame!). Iedereen in die groep Nederlanders begreep perfect wat ik al had meegemaakt.
Verder is alles zo vlot mogelijk gegaan. De ontmoetingen blijven interessant, de mensen blijven telkens opnieuw zeggen hoe 'courageux' ik wel ben (terwijl je dat maar één maal moet zijn: 't moment van de beslissing, daarna moet je alleen maar stappen). De enige ontmoeting die ik iets minder interessant vond was in Chatelus, een gat van een dorpje, waar een border collie (een Lassie) zonder enige aanleiding van het erf kwam gestormd en zijn (of haar) gebit in mijn rechterbeen plaatste. 'k Had het stukken leuker gevonden indien een mooie jonge vrouw interesse had getoond in mijn superbenen ('k had in dat geval met plezier eens teruggebeten), maar ja, je kan niet alles willen in het leven... en een hondenbeet en een knappe jonge vrouw. Dus 's avonds naar de dokter voor verzorging en inenting, naar de Gendarmerie Nationale voor een déclaration en met andere woorden een rotdag... maar ook dat zal deel uitmaken van de pelgrimage zeker?
'k Ben nu in Le Puy en Velay, één van de historische vertrekroutes van de middeleeuwse bedevaart. Ik blijf hier nog een tweetal dagen en doe de rest van de tocht in kleine etappes: maximum tussen 20 à 25 km per dag.
Voor de liefhebbers van cijfertjes onder jullie: 1171 km heb ik tot nu toe afgelegd, ongeveer 1600 km liggen nog voor mij.
Van zodra ik weer eens een internetcafé tegen 't lijf loop, horen jullie opnieuw van mij.
Hartelijke groeten aan iedereen... en voor diegenen die ook op reis gaan: geniet er evenveel van als ik.
Jean de Compostelle
zaterdag 12 juli 2003 17:28
Maandagmorgen krijg ik de pelgrimszegen in de kathedraal van Le Puy, samen met de andere bedevaarders richting Compostela. Daarna is het weer afwachten wanneer ik in la France profonde weer eens een internetpunt kan vinden.
Doe morgen de groeten aan iedereen en als jullie volgende week op reis vertrekken naar Polen: geniet ervan!
Vrijdag 1 Augustus 2003 12:37:19
Lezing uit de brief van pelgrim Johan aan de (on)gelovigen in België,
Dierbare (on)gelovigen,
Na een deugddoende week rust in een klooster (maison Saint-François), helemaal bovenaan de top van de heuvel waarop Le Puy en Velay is gelegen, ben ik op 14 juli (quatorze juillet!) na een nieuwe pelgrimszegen, vertrokken richting Pyreneeën, samen met een gepensioneerde Duitse Siemens-ingenieur. Was er gedurende de tocht van Gent tot Le Puy nauwelijks sprake van andere pelgrims, dan was de overrompeling bij de zegen des te groter: in totaal met ongeveer 80 pelgrims. Tijdens het stappen kom je uiteraard de anderen tegen... ieder in zijn eigen tempo. De eerste avond vonden we een kamer in een oud hotelletje, die we prompt deelden met nog 2 langskomende Duitse dames: mevrouw pastoor (ca. 35 jaar, gehuwd, wachtend op een benoeming in een protestantse parochie) en mevrouw verpleegster (ca. 42 jaar, gehuwd, thuiswerkend voor een gezin met 5 kinderen). 's Anderendaags, bij 't ochtendkrieken, bleek de ingenieur reeds vertrokken. 'k Ben dan maar 4 dagen opgetrokken met mijn twee madammen, zonder ingenieur. Iedere dag werd één spiritueel moment ingelast: aan één van de vele honderden kruisen die we onderweg tegenkwamen, of op de top van een berg, in de brandende zon of in de schaduw... er werd een psalm voorgelezen (auf Deutsch) en dan bleven we ongeveer een half uurtje op dezelfde plaats... stil wezen.
De natuur waar we dag na dag doortrokken, veranderde ongelooflijk veel: van bergachtig met steile beklimmingen en afdalingen tot het onwezenlijke plateau d'Aubrac: een weids landschap, dor als nooit tevoren wegens de aanhoudende droogte, honderden ongelooflijk mooie koeien ('n speciaal ras dat alleen in deze streek voorkomt) en kilometers lange muurtjes van opeengestapelde stenen om het plateau in weiden te verdelen. Bijna nergens een boom te bespeuren, de zon loodrecht boven ons... Dit is een (bijna)-woestijnervaring. Deels door mijn eigen schuld werd net in die 'grote leegte' mijn spiksplinternieuwe fototoestel gejat (zij die het toestel cadeau deden, mogen eens goed vloeken, doch niet te veel!), maar Sint-Jacob waakt over zijn pelgrims... Na 4 dagen kon ik het onbeschadigd ophalen in een postkantoor, zonder ook maar enige tussenkomst van de gendarmerie.
Ondertussen heb ik afscheid genomen van mijn 2 Duitse madammen (die zijn terug naar de Heimat) en heb opnieuw tientallen andere mensen ontmoet... telkens heel deugddoende contacten. Ikzelf ben ondertussen een 'hot item' aan het worden op de pelgrimsroute. Een jong koppel uit de directe omgeving van Parijs met wie ik een aantal avonden uit ging eten, hoorde op een bepaald moment anderen vertellen over een Belg uit Gent die de weg helemaal te voet aan het afleggen is, ... tot Compostela! En dat is nog niet alles...
Vorige week zaterdag ben ik aangekomen in Conques: een ongelooflijk mooi klein stadje met in het midden een gigantische kerk annex klooster. Reeds eeuwenlang een belangrijke halte op de pelgrimsweg en bovendien zelf een pelgrimsoord (Sainte-Foy, martelares, 303 n.C.). Het klooster wordt bewoond door paters Norbertijnen (zelfde orde als in Grimbergen, maar dan zonder bier). De dag na de aankomst kwam er een televisieploeg aan van France 2 om een reportage te maken over 'Conques, halte sur le Chemin de Saint-Jacques).
Ze hebben mij gefilmd tijdens het voorlezen van een korte lezing (in het Nederlands) bij de dagsluiting in de kerk. Maar da's pas het begin. Als ik op 30 juli 's morgens uit Conques wil vertrekken na de eucharistieviering (waar ze ook filmden), spreekt de verantwoordelijke mij aan: 'mijnheer, u bent de man die reeds van Gent tot hier kwam en die helemaal tot Compostela wil stappen? Wij maken een korte documentaire en willen je filmen terwijl je de stad uitstapt. Bovendien spreek je een beetje Frans, mogen wij een interview afnemen a.u.b.? 't Is moeilijk bescheiden te blijven...
Straks de praktische kant over de uitzending, nu de (korte) rest van 't verhaal. Ik ben (volgens de instructies van France 2) uit Conques vertrokken met een jonge Zwitser die ook tot Compostela stapt (eindelijk iemand die ook thuis vertrokken is en tot het einde stapt, er zijn er echt niet veel). Momenteel bevinden wij ons in Figeac (bekend omwille van de foi gras) waar we 'n tweetal dagen blijven. Omdat we nog alle tijd hebben en omdat de weg vanaf hier nog maar 1250 km bedraagt, hebben we gisteren beslist om een ommetje te maken via Rocamadour, een ander bedevaartsoord. Wat moet een pelgrim anders doen? Vandaag is rustdag (d.w.z. een dag om een wasserette te zoeken, wat inkopen te doen, ...), morgen is de dag voor het stadsbezoek.
Zondag vangen we dan onze omweg naar Rocamadour aan, een ommetje dat ons ongeveer een week tijd zal kosten, maar het loont de moeite!
Nog een paar mededelingen:
dank aan Dirk en Mich le Ketelaere-Kennivé die een ommetje maakten om mij te bezoeken in Sauges; dank aan al diegenen van het thuisfront die een mailtje stuurden... het doet deugd om nu en dan iets van het thuisfront te vernemen.
Wat de televisie-uitzending van France 2 betreft: normaal gezien wordt dat een nieuwsitem dat iets langer zal duren dan de andere items van het zomerjournaal, zolang er natuurlijk geen echt wereldschokkend nieuws is. De dag van uitzending is niet vastgelegd, maar het zou een dag zijn te beginnen van maandag e.k. tot en met zaterdag e.k., in het journaal van 13.00 uur op France 2. Wie niet thuis is maar over een video beschikt, kan zijn machien dus programmeren. Tenzij niemand mijn bebaarde Vlaamse smoel op de Franse televisie wil zien, het zij dan zo.
Aan alle lieve dames een dikke kus, de heren traditiegetrouw een stevige handdruk.
Jean de Compostelle
Donderdag 14 augustus 2003 11:30
Dierbare gelovigen,
Zoals ik in een vorig mailtje liet weten, beslisten mijn Zwitserse compagnon en ikzelf om vanuit Figeac een ommetje te maken naar Rocamadour. We hebben het ons geen moment beklaagd. De tocht erheen (in 3 dagen) was heel mooi en eenmaal weg van de pelgrimsroute naar Compostela hadden we beiden het gevoel opnieuw echte pelgrims te zijn. D.w.z.: opnieuw mogelijkheid om voor een prikje of gratis ergens te overnachten in één of ander klooster en nog lekker eten te krijgen op de koop toe, de mensen onderweg opnieuw minder commercieel ingesteld, een drankje dat geen fortuinen kost (en met de hitte die wij hier meemaken drink je nogal wat af, sommige dagen meer dan 10 liter). In Rocamadour zelf lasten we een rustpauze in, de hitte had ons danig vermoeid. 's Namiddags liep de temperatuur op tot 46 C, 's avonds om 20.30 uur was de temperatuur gezakt tot... 38 C.
De terugweg van Rocamadour naar Cahors was mooi maar lastig: de eerste dag 34 km, beloond met een echt feest bij een Portugese familie waar we de nacht doorbrachten. De tweede dag (door gebruik van een slechte kaart in combinatie met verkeerde inschatting van de afstand) 42 km. In Cahors zelf kom je dan opnieuw in het commerciële pelgrimscircuit terecht, iets wat me meer en meer ergert. Ik geef een voorbeeld. Als pelgrims weigeren wij (Curdin Zwitserland en ik) om voor de avond een kamer te reserveren... Dat neemt de verrassing van de dag al een beetje weg. Je weet ook nooit wat onderweg gebeurt... Eh bien, in Cahors komen we aan, gaan onmiddellijk naar de jeugdherberg en hebben net de 2 laatste vrije plaatsen. We willen echter 3 nachten blijven. Geen probleem zegt de verantwoordelijke, morgen verhuizen jullie naar een kamer waar het een ietsje warmer is, maar 't is best te doen. We betalen de ganse cirque en komen 's anderendaags in een kamer terecht onder het dak... Zon van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, 1 klein raampje, 's nachts warmer in de kamer dan buiten op straat. Na een half uurtje rust op het bed hadden we alle twee de indruk op een waterbed te liggen. Hadden wij op het menu gestaan als voedsel voor de dagjespelgrims, dan zou er gestaan hebben: 'plat du jour: pelgrims in eigen vocht!'. DIEVEN! OPLICHTERS!
Goed, Cahors is op zich de moeite waard om een dagje te blijven, en soms blijkt ook hoe klein de wereld is. Terwijl ik in de kathedraal wat afkoeling zoek en luister naar de CD met byzanthijnse gezangen, komt daar zowaar professor De Cleene met echtgenote binnengestapt (jaja Hanneke, dezelfde van het plantenboek!). Op die manier heeft die man niet alleen Cahors gezien, maar bovendien een echte, Vlaamse pelgrim (als dat geen echte meerwaarde is).
Na 2 dagen rust in Cahors vertrokken Curdin en ik opnieuw, richting Moissac... 3 dagetappes ver. De eerste avond in Lascabannes alweer hetzelfde probleem. De gite is vol, dagjestoeristen of vrijetijdspelgrims die hun bagage laten transporteren (dikwijls valiezen vol of zakken van 30 kg), op hun gemakje de etappe stappen en reeds maanden op voorhand een kamer reserveren in de gite. Dat ze verdorie op hotel gaan, maar neen, ze pikken ook nog eens de goedkope overnachtingsplaatsen in. Gelukkig waren er die avond 2 (mooie) jongedames uit Parijs die vonden dat zij beter in de tuin hun tentje konden opzetten zodanig dat wij in een bed konden slapen. 'k Heb ze 's avonds een glas wijn getrakteerd!
's Anderendaags etappe naar Lauzerte... We maken ons geen illusies: een gite met slechts 19 plaatsen is volgeboekt voor wij ooit aankomen. En ja hoor, 't is weer van datte. Dezelfde mislukte dagjespelgrims zitten al proper gewassen op een terrasje in de stad een fles wijn te kraken. We kloppen aan bij de pastoor, die is ooit 2 maal bestolen door pelgrims en wil er geen meer in huis... Maar: hij heeft een heel frisse kelder (zegt hij). 't Is er niet alleen fris, 't is er ook erg vuil én vochtig. We laten onze rugzakken in die stal staan en slapen 's nachts onder de sterren in de 'jardin des pélerins', een prachtig en rustig parkje aan de rand van het middeleeuwse stadje. Douchen kunnen we niet, we wringen ons dan maar in alle mogelijke bochten om onder de kraan naast de kerk ons stinkende lijf te verfrissen. 's Anderendaags rollen we onze matten op, trekken onze stinkkleren opnieuw over ons stinklijf en vertrekken, zonder ontbijt (wegens alle winkels nog dicht) voor 24,5 km naar Moissac. Daar is een gite in het oude Carmelklooster, maar alweer belanden we in de (ditmaal) propere kelder wegens volgeboekt...
Gelukkig kunnen we douchen en onze kleren wassen, al helpt het niet veel want na een paar minuten druipt het vocht terug van ons vel en uit onze kleren). Per toeval bots ik op een journalist van een krant die verspreid wordt in 8 verschillende departementen in Zuid-Frankrijk. Hij maakt een reportage over pelgrims en de pelgrimsweg naar Compostela en wil zoveel mogelijk verschillende opinies horen. Hét moment om mijn gedacht te zeggen over de commercialisering van de route, het uitmelken van de pelgrims, het feit dat bagage-transportfirma's de boel verknoeien. Of het iets uithaalt weet ik niet, maar 'k heb mijn frustraties toch eens kunnen uitpraten.
Deze morgen heeft mijn Zwitserse compagnon afscheid genomen. Hij heeft minder tijd om naar Compostela te stappen dan ik... Da's ook pelgrim zijn: mensen leren kennen en leren telkens opnieuw afscheid nemen. En dat is niet altijd makkelijk. Maar het opent de mogelijkheid om nieuwe mensen te ontmoeten en met hen verder te stappen.
Voor de cijfertjesliefhebbers: ik heb tot nu toe 1628 km afgelegd. Volgens een aantal bronnen is de afstand Moissac-Compostela nog ongeveer 1088 km. Dat zou dus in totaal 2716 km pelgrimsweg zijn. Volgens diverse reisgidsen en papieren die ik hier en daar in toerismebureaus bekijk bedraagt het aantal etappes om in Compostela te raken 46 stapdagen. Ik heb zelf nog 59 dagen tijd, dat maakt dat ik nog 13 dagen 'speeltijd' heb, genoeg dus om hier en dag nog een of meerdere dagen pauze te maken.
En om af te sluiten de persoonlijke boodschappen:
- Ja DorothÚe, jouw kaart is aangekomen. Hartelijk dank.
- En neen Stefaan en Dorothée, door ons ommetje langs Rocamadour zijn we niet langs jullie picnicplekje gekomen. 't Zal voor een volgende keer zijn, of je vraagt me eens mee hé!
- Sylvia O.: dank zij jouw afscheidscadeautje voor mijn vertrek kunnen mijn voeten de tocht goed aan. Hartelijk dank.
- Vergeten bij de vorige mail: aan Abt Wagenaar en pater Gereon van Grimbergen heel veel groeten van jullie confrater Joél, Prior van de abdij te Conques.
- Aan Wim en Nathalie: gelukwensen met jullie trouwvoornemen.
- Aan Gereon Van Boesschoten: gelukwensen voor je priesterjubileum.
- Aan Sigrid de Viking: proficiat met de genomen beslissing en heel veel succes. Ik vraag bij dezen bij Aanzet voor volgend jaar 9 maanden verlof aan op jou in het hoge noorden te kunnen bezoeken (is't echt maar 2200 km ver dat je gaat wonen?).
- Dank aan alle mensen die mails beantwoorden of op een andere manier mijn tocht volgen.
Hartelijke pelgrimsgroeten
Jean de Compostelle
Donderdag 4 September 2003 21:33:51
Broeders en Zusters,
Lang geleden dat ik nog eens de mogelijk had om een bericht door te stralen, eh bien,
hier ga ik dan (let niet op de fouten, ik ben niet gewoon van te tikken op een qwerty-klavier. Ondertussen ben ik al de 3de dag in Spanje (Irun - Pamplona) na een zeer voorspoedige Pyreneeënovertocht.
Een bijdrage over geuren, kleuren, een klein beetje pelgrimsverdriet en heel veel pelgrimsvreugde.
Eerst en vooral: een aantal dagen na het afscheid van mijn Zwitserse compagnon, ben ik in Condom en Armagnac (= condoom voor alcoholverslaafden), een Oostenrijkse pelgrim tegengekomen: een gendarme. 8 dagen samen gestapt... Ik was dus onder permanente politiebegeleiding... Ook thuis vertrokken, 30 km meer gestapt in totaal dan ikzelf.
De mededeling dat ik opnieuw meerdere dagen met iemand meestapte is niet zonder belang voor het verhaal over de geuren, het betekent dat we met 3 experten zijn.
DE GEUREN.
Wij, de pelgrim-experten, kunnen ondertussen 2 geuren heel goed onderscheiden:
a) l'odeur du promeneur,
b) l'odeur du pelerin... Het verschil zul je vragen...
L'odeur du promeneur is de geur van gladgeschoren kerels, rijkelijk overgoten met aftershave of de geur van fris gewassen dames, rijkelijk overgoten met parfum. Elke dag trekken ze verse kleren aan om een stukje van de pelgrimsroute af te leggen (zie vorige bijdrage over de rugzaktoeristen).
Ze verpesten de lucht met hun artificiele geurtjes. Noem hen gemakshalve toch maar de WELRIEKENDEN.
L'odeur du pelerin is de geur van ongeschoren kerels, reizend zonder aftershave of deodorant, de geur van niet geparfumeerde vrouwen. Elke dag trekken zij hetzelfde T-shirtje aan, maandenlang. Ze wassen de kleren als ze daar kans toe krijgen, en kan dat niet, geen probleem... Na een kwartiertje stappen zijn ze opnieuw drijfnat van het zweet. Noem hen gemakshalve de STINKERS.
Wel, de WELRIEKENDEN hebben nog een aantal keren voor bomvolle gites gezorgd, maar de STINKER (ik) werd eenmaal bij een oud-pelgrimeuse ontvangen in haar chambre d'hôte, samen met een reeks WELRIEKENDEN, en ze waren allen zeer onder de indruk van mijn tochtje. Een tweede maal werden de STINKERS (de rijkswachter en ik) ontvangen bij een gehuwde diaken, kregen elk een matras om in de kerk te slapen en bovendien een feestelijke maaltijd bij hem thuis (gaande van aperitief tot koffie met wat bij) terwijl de WELRIEKENDEN in hun gite hun blikjesmaaltijd opaten.
DE KLEUREN.
Groen : Blauw : Geel : Rood : Oranje : | eindelijk ook wat gras gezien. de kleur van rijpe druiven in de wijngaard. de kleur van Grimbergen of Leffe van het vat. de kleur van het lekkere vocht dat ze in Frankrijk 'vin' noemen. de kleur van cider bij een avondmaal. |
PELGRIMSVERDRIET is:
in Saint-Jean Pied de Port mijn trouwste tochtgenoten moeten achterlaten.
Een droevige begrafenis naast de vuilnisemmer: mijn schoenen waren totaal naar de kl... knoppen.merken dat de Sint-Jacobsroute meer en meer gecommercialiseerd wordt.moeten ondervinden dat men de leden van wandelclub "bijna dood... maar nog niet helemaal" met busjes tot hoog in de Pyreneeën voert zodat ze op tijd in het klooster van Roncesvalles kunnen aankomen om ook in Spanje de refugio's in te palmen.
PELGRIMSVREUGDE is:
ondervinden dat het evangelie dichter bij het reële leven staat dan ik ooit tevoren kon vermoeden of ondervond.blij zijn zoveel verschillende mensen te mogen leren kennen.blij zijn om telkens opnieuw met een of meerdere nieuwe stinkers te kunnen verderstappen.fier zijn een stinker te zijn.het gestolen foto-apparaat dat terug in mijn bezit is (zie enkele bijdragen geleden).vrienden en buren die me op mijn lange reis met een bezoekje vereren.een gastvrije in Frankrijk wonende Portugese familie waar je in het zwembad mag duiken.bij dezelfde familie het eerste onweer en regen in maanden mogen meemaken en in onderbroek in hun tuin te staan om de druppels op je lijf te voelen, terwijl ze bijna niet-begrijpend toekijken.wakker worden, even de ogen uitwrijven en van je knappe Amsterdamse kamergenote prompt een koffie aangeboden krijgen.door de extreme hitte 12 a 14 liter drinken per dag, zonder dat je naar het toilet moet.een liter veel te dure Grimbergen of Leffe bij aankomst na een lange etappe en later op de avond nog een liter.'s nachts door het keukenraam van de gite de sterrenhemel bewonderen omdat het slapen niet lukt door het gesnurk van alle 7 je kamergenoten. (alternatief: gaan slapen in een in werking zijnde houtzagerij, dat maakt misschien minder lawaai).met een Oostenrijkse tochtgenoot de laatste dag dat je samen kan stappen 8 vermoeiende kilometer te ver lopen naar je zin, een douche nemen, eten en dan samen een fles wijn uitkuisen terwijl in de verte een groot onweer voor een nooit geziene lichtshow zorgt.in een dorpje (Pimbo) uitgenodigd worden door de burgemeester voor het dorpsfeest en 2 keer per dag je pens voleten.in Ostabat (Frans-Baskenland) in de enige bar annex restaurant een lekkere boerenmaaltijd gaan eten.tijdens datzelfde maal horen dat er een baskisch feest is, er naartoe gaan met de 3 knappe dochters en dansen tot 5.30 in de morgen. Met "een stuk in uwe gilet" terugkeren naar de gite waar de anderen beginnen op te staan om te vertrekken.ondanks alle ellende voor de Franse landbouwer de vele malen dat een boer stopt om met jou een praatje te maken en te vragen of het wel gaat.een verzorgde eucharistieviering door een oude pastoor in een nog veel oudere kerk.een kerkje binnenstappen om even te bidden en in het gastenboek een bericht vinden van je Zwitserse en Oostenrijkse tochtgenoten die al een aantal dagen voorsprong hebben.in hetzelfde gastenboek een berichtje vinden van totaal onbekende Nederlandse mensen die zich afvragen of ze Johan uit Gent zullen ontmoeten.bij het zien van de Pyreneeën en het voelen van de frisse wind, je stink T-shirt uittrekken en je vel laten strelen door die wind.ontroerd aankomen in Saint-Jean Pied de Port (laatste halte voor de Pyreneeënoversteek) en vaststellen dat je in totaal 1964,8 km hebt gestapt.dankbaar zijn dat je dat zonder erge problemen hebt kunnen doen, zeker als je weet dat de zomer waarin je dit doet de catastrofaalste zomer is sinds 1947.een bericht achterlaten in het gastenboek van de Sint-Jacobsvereniging te Saint-Jean Pied de Port voor de papa van Greet Vermeire: hij wil hier volgend jaar zijn pelgrimstocht aanvatten.nieuwe goede schoenen kopen in Saint-Jean Pied de Port.bemerken dat je lijf in topvorm is: i.p.v. 8 uren voor de Pyreneeënovertocht maar 6 uren nodig hebben en ondertussen ook nog de leden van wandelclub "bijna dood... maar nog niet helemaal" allemaal voorbij steken.tussen honderden schapen lopen en een dozijn of wat gieren zien rondvliegen.net voor aankomst in het klooster van Roncesvalles (Spanje) een 24-jarige, Oostvlaamse, pas in de rechten afgestudeerde jongedame ontmoeten die bovendien nog Spaans spreekt ook.de volgende dag samen met haar vertrekken en amper 20 kilometer verder overvallen worden door de ergste regen in maanden... en dus, ondanks alle hulpmiddelen, nat worden tot op ons vel.het niet meer zien zitten om zo verder te stappen, een bar binnengaan en 10 minuten later een veel te dure hotelkamer hebben voor ons twee: met privebadkamer, propere handdoeken, bedden met verse lakens, ...na een telefoontje aan het thuisfront te weten komen dat er in de buurt bijna maar 1 gespreksonderwerp is: die gast van de Voorhoutkaai die naar Compostela stapt.horen dat ik een verteldag moet houden bij een Leuvense familie die ik per toeval tijdens hun vakantiereis in Condom leerde kennen.in een mail lezen dat mijn verslagen op internet (www.abdijkoorgrimbergen.be) druk worden gelezen.hoopvol uitzien naar wat nog allemaal komen zal.beseffen dat al het vorige niet had gekund indien de zaakvoerders van AZ-MM hun toestemming niet hadden gegeven en een team toffe collega s mijn jobs overnamen tijdens mijn afwezigheid.
Hoog tijd voor persoonlijke boodschappen:
Gerrit: vernomen dat jij in (eveneens extreme omstandigheden) Compostela hebt bereikt. Proficiat... Ik kijk al uit naar jouw vertelmoment.Inge B: proficiat met je verhuis naar de eigen woonst. Blij dat MIJN plankje nog in JOUW huis is. Staat er al een bak Triple Westmalle op?Geert Boone en gezin: vertel- en kaartavond vallen in het water... Ik ben dan in Santiago (jammer genoeg) mijn boeltje aan het pakken.alle leden van het Gregoriaans Abdijkoor Grimbergen: smakelijk eten bij de opening van het nieuwe werkjaar.alle leden van de Schola Cantorum van de Sint-Baafskathedraal Gent: een deugddoende academische zitting en feestmaal in het Stadhuis.Hopelijk heb ik niets of niemand vergeten, het weze mij vergeven.
Groeten van een langbebaarde en gelukkige pelgrim
Juan de Compostela

Zaterdag 20 september 2003 15:57
Zusters en Broeders (vrouwen eerst he),Jullie pelgrim van dienst is ondertussen goed opgeschoten in Spanje. Na 2 hotelnachtjes met mijn jong Vlaamse madam uit Melsele (1 nachtje omwille van de regen, 1 nachtje in Pamplona omwille van een overvolle refugio) is de mogelijkheid om in de refugio's te overnachten beter geworden. Na Pamplona kwam ik ook weer in het groepje mensen terecht dat ik leerde kennen te Navarrenx, de laatste week van augustus. Het groepje bestaat uit een viertal mensen: Jean-Pierre, vooraan in de vijftig, priester, Canadees. Cecile, dertig, scheikundig ingenieur, Francaise. Martin, tussen twintig en dertig, handelsingenieur, 3-talige Brusselaar (Frans, Spaans, beetje Nederlands). Tenslotte ikzelf. Nu en dan zijn we alle 4 samen onderweg, d.w.z. ieder op zijn eigen tempo maar in de buurt van een dorpje of stad wachten we elkaar op. Soms waren JP en Martin een halve dagetappe voor, Cecile en ik waren 5 dagen samen zonder de anderen overdag te zien. Maar 't is steeds goed te weten dat anderen om jou bezorgd zijn en het doet deugd om ook zorg te dragen voor anderen.
Vanaf Roncesvalles waren er ook nog een aantal mensen bijgekomen met wie ik zeer regelmatig contact had: een koppel Franse Basken, een dame uit Dyon, een man uit Toulouse, een uit de buurt van Tours, ... Steeds goed voor meer dan leuke gezamenlijke maaltijden in typische Spaanse 'mesons', eethuizen waar je voor een appel en een ei lekker kan eten. Ondertussen van deze groep mensen afscheid genomen in Burgos.
Als ik een paar hoogtepunten mag opnoemen van de tocht door Spanje, dan wil ik graag het volgende vermelden.1. Estella: om 5.45 u. ·s morgens gewekt worden door belgerinkel, het geluid van een hele reeks gitaren en mandolines op straat, een aantal mensen die beginnen zingen in het schijnsel van 1 enkele lantaarn met kaars: een van in het midden van de straat gezongen gebed voor de pelgrims die binnen in de refuge de nacht doorbrachten.2. Logrono: uitgenodigd worden om in de kerk naast de refugio de pelgrimszegen bij te wonen en nadien een glas wijn aangeboden krijgen om te toasten op de vriendschap tussen pelgrims van verschillende nationaliteiten en de plaatselijke pastoor.3. San Juan de Ortega: een oud klooster om te overnachten. Een ronduit schitterende romaanse kerk waar de dorpspastoor 's avonds voorgaat in de eucharistie voor de pelgrims. Na de eucharistieviering geeft hij een woordje uitleg over kerk en pelgrimage naar Compostela. Als dat gedaan is nodigt hij alle pelgrims uit in de pastorie voor het eten van een bord looksoep: "la soupe de l'amitie" zoals hij dat noemt. De pastoor schenkt zelf de soep uit: een dienaar... een voorbeeld. Hoe het lukt om iedereen soep te geven weet ik nog altijd niet... We waren met plusminus 150 pelgrims in het klooster...4. San Anton (2 km voor Castrojeriz): een abdijruïne... Enkele muren van de romaanse kerk, twee stenen bogen over de straat (in de middeleeuwen overdekt zodat de pelgrims daaronder konden overnachten), de 2 nissen in de muur waar in diezelfde middeleeuwen brood en wijn voor de pelgrims werd klaargezet.
Tussen 2 van de nog rechtstaande muren werd een afdak gebouwd, daaronder 6 stapelbedden, 1 douche met ijskoud water, 1 toilet, 1 lavabo... Geen elektriciteit, alleen lantaarn- en kaarsverlichting). Een plastieken zeil zorgt voor enige privacy of bescherming tegen de natuurelementen en de verwonderde blikken van de bekende pelgrims-toeristen. 2 hospitalieros zorgen voor een stevige maaltijd en drank voor de hedendaagse pelgrims (waaronder jullie welbekende Gentse pelgrim en Cecile). Na de copieuze maaltijd geven de hospitalieros wat uitleg over de sterren die te zien zijn en kunnen we dank zij de complete duisternis genieten van het zicht op de melkweg... een meer dan schitterend schouwspel.5. Burgos: alle monumenten m.u.v. de kathedraal links laten liggen en rustig de tijd nemen om naar de levensverhalen en motivaties van Jean-Pierre, Martin en Cecile te luisteren en alle 4 ontroerd raken door mekaars levensverhalen... Ondertussen ben ik ook hierachter gekomen: op de camino zijn de menselijke ontmoetingen belangrijker dan de monumenten... Die kan ik ook nog eens als 'welriekende toerist' komen bezoeken. Met ons vieren zijn we min of meer overeengekomen om samen in Compostela aan te komen... We zien wel...
En verder ...
 |
... Heb ik sinds het verlaten van Logrono een echte pelgrimsstaf. Marcelino, een Spanjaard wiens foto je in bijna iedere refugio kan vinden liep de camino reeds meer dan 30 keren en geeft per jaar zo'n duizend hazelarenhouten wandelstokken aan langskomende pelgrims, samen met fruit en hazelnoten (iedere noot eigenhandig gesigneerd en gedateerd). Om mijn staf te personaliseren kerfde ik er de leuze "God zij dank!" in... Redenen genoeg om te danken: alles wat in mijn vorige mail te lezen valt onder de rubriek "pelgrimsgeluk" bijvoorbeeld. Tijdens het stappen zie ik bij iedere stap de tekst voorbij flitsen... iedere stap een klein gebed (dat ik daar na meer dan 2200 km pas aan dacht...). De collega·s van AZ-MM mogen 1 ding niet kwalijk nemen: lettergrootte, spatiëring en lettertype van mijn gekerfde tekst zijn niet zeer regelmatig... De hitte bij het doorkruisen van de Meseta en het zien van de staf gaf me ook een minder nederige gedachte: als de kerk andere wegen zou willen inslaan en een leek benoemen als bisschop of paus: ik heb dus al een staf (hout i.p.v. goud, 't is immers niet al goud wat blinkt), ik heb al een leuze, mijn naam zit ook al mee (Johan Paul [3])... Een mens moet ambitie hebben in 't leven he, maar zoals ik al zei... 't is geen nederige gedachte dus oefen ik alweer in het pelgrim-zijn.... Heb ik gisteren een serieus moreel dieptepunt gehad. We praten veel in ons groepje, je staat open voor ideeën, tijdens het stappen heb je veel tijd om na te denken... en dus kwam ik tot het besef dat de tocht binnen goed een maand afgelopen is en helemaal geen zin heb om naar Belgenland terug te keren (toch nog niet op dit moment). Ik ben het zwervende bestaan ondertussen goed gewoon geworden, het dragen van mijn hele hebben en houden is een deel van mijn bestaan geworden en 'k zou zelfs nog met minder verder kunnen... Ik zou liefst van al na Compostela verder stappen door Portugal of Spanje, verder naar het zuiden... Maar wat ontvlucht ik dan? Dat en nog een aantal andere gedachten (privado) zorgden ervoor dat ik de weg gisteren al wenend heb gelopen... De anderen ontvluchtend, in een gat van een dorp in een kleine gite gaan overnachten zonder veel volk om me heen... Maar geen paniek... onkruid vergaat niet... Vandaag is alweer een supergoede dag. Wie zichzelf niet tegenkomt op de camino (en dat is wat gisterend gebeurd is) die heeft de camino niet beleefd/geleefd/gelopen/ondergaan... Maak jullie dus vooral geen zorgen...
... Staat de stapkilometerteller op meer dan 2400 km en ben ik 18 kilometer van Leon verwijderd. Voorziene aankomst in Compostella tussen 4 en 6 oktober (het welkomstcomité moet daar rekening mee houden). Dan blijf ik daar 1 of 2 dagen en stap nadien de 80 kilometer naar Finis Terrae. Ik zou dan rond 11 oktober terug kunnen zijn om op 12 oktober mijn 41e verjaardag in Compostela te vieren. Nadien heb ik nog een week speeltijd.
... Gaan mijn gedachten morgen (21 september) zeker bij de Schola Cantorum zijn: viering van 75 jaar koorleven in het Stadhuis van Gent... Feest goed, doe de groeten aan iedereen die geen mail heeft en denk ook eens aan mij...
Dadist... Als ik nog eens een meelmachien kan vinden, krijgen jullie opnieuw een verslag.
Jullie langbaardige pelgrim
Don Juan Barba Grissa de Gandae
Dinsdag 23 september 2003 16:43
Dierbare geloofs- en andere genoten,
 |
De dag na vorige mail vlotjes in Leon aangekomen... de stad met de vele mooie hoekjes, de ronduit schitterende kathedraal en het San Isidoroklooster met z·n unieke fresco's. Jammer genoeg aangekomen op een zondag, dus San Isidoro dicht en de musea zijn in Spanje ook op maandag dicht... Pech en geen pech... Ik heb de fresco's van San Isidoro als eens gezien (10 jaar geleden) en bovendien heb ik nu zin om nog eens als toerist i.p.v. pelgrim naar Leon terug te keren. Zo heeft alle negatiefs ook iets positiefs he!
Bovendien was de 5-sterren Parador open: goed voor een lekkere koffie (nu en dan dus toch een beetje luxe, nietwaar...). Ik ben nog steeds van deze wereld hoor!'s Avonds in Leon ook afscheid genomen (tijdelijk) van Jean-Pierre uit Canada (die in Leon een 4-tal dagen op iemand moet wachten alvorens verder te kunnen stappen). Martin uit Brussel wou een aantal dagen alleen stappen... Geen probleem, normaal treffen we elkaar opnieuw in Santiago. Ik ben dus (tot nu toe toch nog) samen met Cecile op stap. Om niet langs de drukke nationale weg te moeten stappen hebben we een alternatieve pelgrimsweg genomen vanaf Virgen del Camino (het dorp opzij van Leon met de moderne kerk, schitterende bronzen sculpturen aan de buitengevel en het barokke hoogaltaar binnenin). Een etape van 20 km gisteren, een etape van 31 km vandaag. Morgen zien we wel. In de Parador van Leon vonden we een folder van een speciaal aanbod om in een Parador te overnachten... Als alles goed zit zullen we in de Parador van Santiago van dat aanbod gebruik maken: een 2-persoonskamer in een 5-sterrenkeet om een pelgrimsreis af te sluiten... moet kunnen (zoals ik al zei: nu en dan toch een beetje luxe, ik probeer me opnieuw aan te passen).
De moraal is opnieuw helemaal OK, de benen en voeten in topvorm, de rest van lijf en leden eveneens. Het weer is ook nog in orde, maar de ochtenden en avonden zijn veelal koel (zeker als je om kwart voor zeven in het pikdonker vertrekt) en we naderen Galicië... het regengebied van Spanje... Verandering mogen we dus zeker verwachten.
Hou jullie goed (ik doe dat ook).
Jullie privépelgrim
Juan de Gandae
Sarria, Maandag, 29 september 2003 12:12
Dierbaren,Mag ik jullie even storen en alweer een aantal belevenissen met jullie delen?
Diegenen die denken dat de pelgrimstocht veranderd is in een jachtpartij op mooie jongedames en zwoele nachten in dure luxehotels moet ik teleurstellen... De tocht is nog altijd een pelgrimstocht vol mooie ervaringen: religieuze, menselijke, zintuiglijke, ...Toegegeven, met mijn Franse madam (Cecile) met wie ik het grootste deel van Spanje heb doorkruist heb ik "chance" gehad. 30 jaren jong, intelligent, heel aantrekkelijk, op een keerpunt in haar leven na het spaaklopen van een onmogelijke liefde met een gehuwde man...
In Astorga (van waaruit de vorige mail verzonden werd) zijn we weer heel vroeg samen vertrokken om in de vroege namiddag aan te komen in Foncebadon, een tot ruïne vervallen dorpje op 1400 m hoogte waar de kerk gerestaureerd en omgebouwd werd tot een refugio. Er is gelukkig ook al een bar in het dorpje, dus eten en drinken kan men daar ook.
 |
Van Foncebadon is het maar 2 km stappen naar het Cruz de Ferro: een gigantische hoop stenen met in het midden een enorme houten mast bekroond met een metalen kruis. Een heel indrukwekkend monument als je weet dat de hoop stenen ieder jaar verwijderd wordt wegens een te groot gevaar voor de pelgrims. Iedere langskomende pelgrim legt daar een min of meer grote steen neer. De steen is symbool voor eigen lijden (lichamelijk, geestelijk), misere, ... Men laat als het ware een deeltje van zichzelf achter. Met Cecile naar dat pelgrimsmonument gewandeld en daar heb ik haar een stukje Lucasevangelie voorgelezen dat me als pelgrim heel dierbaar is geworden: Lc 12, 22-31. Beiden heel ontroerd teruggekeerd naar de refuge... 's Avonds een lekker maal voorgeschoteld gekregen door de 2 Zwitserse hospitalieros en de dag afgesloten met een gebed in het kerkgedeelte van de refuge. Opnieuw prijs: er was een partituur en tekst van het Salve Regina... (meer moet ik niet vertellen zeker?).'s Anderendaags heel vroeg in de morgen, in het donker en in de kou, opnieuw vertrokken richting kruis. Ik voorop, Cecile leidend met mijn pelgrimsstaf.
Aan het kruis het steentje neergelegd dat ik meedroeg vanaf Saint-Jean Pied de Port... Symbolisch mijn klein en groot levensverdriet van de voorbije 40 jaar aan de hoop toegevoegd. Ik heb van de hoop een steentje meegenomen dat dubbel zo groot is als het mijne... Het kan symbool staan voor het helpen dragen van het lijden van een (onbekende ander). Ik zal de steen neerleggen in de nabijheid van een kerkhof in België dat me zeer dierbaar is...
Het kan daar voor mijn part eeuwig in alle rust blijven liggen.
Na dit pelgrimsritueel hebben we ons zij aan zij aan de voet van het kruis neergezet. Nog steeds in het donker en in de kou. Boven ons een heldere sterrenhemel, achter ons in het westen de grote duisternis, voor ons in het oosten een schuchter beginnend licht. Meer en meer kleurde de hemel voor ons in alle mogelijke kleuren van de regenboog... zelfs groen was er te zien...
Hoe klaarder het werd, hoe meer vogels er te horen waren... Boven ons minder en minder sterren te zien. En dan, heel plots, diep beneden en voor ons: een streepje rood licht... een halve bol rood licht... een hele bol rood licht, verdwijnend achter een wolk die daardoor gouden randen kreeg... Even later: een gouden bol licht boven de wolk... oogverblindend... Beiden ontroerd... we zagen de ontroering van elkaar, voelden het, spraken geen woord, keken even diep en intens in elkaars ogen en vertrokken... Er zijn minder aangename manieren om een dag te beginnen. Het vervolg van de dag was een afdaling van 1000 meter in een adembenemend berglandschap. Kleine eetpauzes tussendoor waarbij broodjes van 2 dagen oud werden verorberd (met wat zand en stof als beleg): ongelooflijk lekker.
In Molinaseca een lekker middagmaal verorberd, een heel goed gesprek gehad en nadien alle 2 aan de rand van het dorp in de ijskoude afgedamde rivier gesprongen, nagekeken door tientallen pelgrims en onbegrijpende dorpsbewoners... Nu ja, er bestaan middeleeuwse miniaturen van in rivieren badende pelgrims... Niets is ons vreemd, ook op die manier stappen wij in een traditie.
In Ponferrada, aan de voet van de Tempeliersburcht kwamen we Martin uit Brussel terug tegen. Grote vreugde, zowel voor hem als voor ons. Vandaar ging het in 2 etappes naar O Cebreiro, een ongelooflijk klein dorpje hoog in de bergen. Tien jaar geleden bestond de straat voor het grootste deel uit koemest en zag je de koppen van kalveren van onder de staldeuren komen, nu zijn deze stallen of tavernes of boetiekjes. En daar, tijdens de tweede dag met ons drietjes naar O Cebreiro, een nieuw mooi moment... De ontluikende liefde tussen Cecile en ... Martin uit Brussel. Dat heeft 1 groot gevolg voor mij: als we in Compostela aankomen en in de Parador overnachten zal het voor mij op het matje VOOR de slaapkamerdeur zijn in plaats van IN de slaapkamer (dus toch weer iets minder luxe). Om het jonge stel wat vrijheid te geven dacht ik er aan om vanaf daar alleen verder te stappen, maar ze vroegen beiden uitdrukkelijk om SAMEN aan te komen. We zijn samen sinds de laatste dagen van augustus en dus gaan we samen door tot het eind (en tot Finis Terrae). Ik moet toegeven dat ik daar heel tevreden en gelukkig om ben. Alleen de voorbije dag heb ik een omweg gemaakt om de Benediktijnenabdij van Samos te kunnen bezoeken en daar te overnachten.
Normaal zijn we binnen een aantal uren weer samen.
 |
En opnieuw heb ik een reden om dus "God zij dank!" (de leuze op mijn pelgrimsstaf) te zeggen. Ik heb immers in goed en schoon gezelschap bijna het hele trajekt in Spanje afgelegd. Cecile en ik hebben samen geweend van verdriet en ontroering, hebben samen gelachen, genoten van heel goede gesprekken, heel vroege ochtendwandelingen, schitterende zonsopgangen, mooie gebedsmomenten. Dank zij haar heb ik de pelgrimstocht in Spanje kunnen zien door de ogen van een man (de mijne) en de ogen van een vrouw (de hare): een hele verrijking van de tocht.En tot slot... Aangezien ik al voorbij O Cebreiro ben, wil dat zeggen dat ik in Galicië ben... de laatste provincie waar ik door moet... Compostela is in zicht... Vanaf deze avond is Compostela op nauwelijks 100 km afstand: goed voor 5 stapdagen. Galicië: het groene deel van de tocht. Regen, dichte mist... Als de mist optrekt zijn er nu en dan indrukwekkende landschappen...
Veel kleine dorpjes waar ik door moet en waar de straten toch nog het grootste deel uit koemest bestaan. In combinatie met regen een heel glibberig boeltje, een aangezien ik nog steeds met korte broek stap... Maar bon, een laagje mest op de benen is goed voor de haargroei en het beschermt mijn vel tegen vliegen en muggen!
Wat ook opvalt is de grote meute laatste 100-km-pelgrims: een klein rugzakje (met of zonder reclame van een bank of supermarkt), een strohoedje bovenop (in Galicië, tsss), turnpantoffels i.p.v. stapschoenen (waarom niet op espadrilles?)... Maar daarnet, bij het binnenkomen van Sarria werd ik door een spandoek verplicht weer nederig te worden. Er hing een spandoek met ongeveer deze tekst: "de Camino is cultuurpatrimonium voor de mensheid, niet voor een handvol mensen". Jaja, ·k heb het begrepen... de toeristen horen er ook bij.
Ik vermoed dat dit het laatste verslag is voor ik Compostela bereik. Zet allen een fles champagne in de koelkast: als alles goed gaat kunnen jullie dan zaterdag of zondag de fles uitdrinken na het ontvangen van een mail vanuit Compostela.
Jullie pelgrim van dienst.
Juan de Flandes
Zaterdag 4 Oktober 2003 18:42:57Liefste vriendinnen en beste vrienden,
"God zij dank!": ik ben deze middag, 11.55 u. aangekomen in de kathedraal
van Compostela, de kerk waar zich het graf van de apostel Jacobus bevindt. Laat dus gerust de klokken luiden van de Sint-Macariuskerk (mijn thuisparochie), de Sint-Baafskathedraal (mijn Schola Cantorumparochie), de basiliek van Grimbergen (mijn Gregoriaans Abdijkoorparochie), de abdij van Chevetogne (mijn geliefkoosde rust, klets- en bijpraatabdij).Vanmorgen zijn Cecile, Martin en ik ieder afzonderlijk vertrokken: behoefte om de laatste etappe alleen te stappen. De aankomst was heel emotioneel (ik had niet anders verwacht): 2728 km om mijn doel te bereiken... 't is toch een en ander als je het doel echt bereikt... Een 10 jaar oude wens is verwezenlijkt.
Om 12.00 uur (dus onmiddellijk na de aankomst) naar de eucharistieviering voor de pelgrims gegaan. Vandaag is het trouwens ook de feestdag van een andere Compostelapelgrim: de heilige Franciscus van Asisië. Reden genoeg om het reuzegrote wierookvat door de kerk te laten slingeren. Een heel emotioneel moment tijdens de viering was de vredeswens: je valt wenend in de armen van al diegenen met wie je de voorbije weken min of meer in contact
kwam: een Japanse, een Duitse en een Duitser, een Braziliaan, een Spanjaard, een Britse, een Francaise die we 2 weken misten wegens 1 dag voorsprong... Na de eucharistieviering kwam ik mijn twee medepelgrims tegen: goed voor lange omhelzingen en heel veel geween... Je ziet hier direct wie de pelgrims zijn en wie de toeristen...
Wat ik voel?
Droefheid. Droefheid omdat deze ongelooflijk schitterende tocht voorbij is. Een droom van 10 jaren oud is in een hele korte tijd gerealiseerd.
Blijdschap. Blijdschap omdat de pelgrimstocht veel mooier, rijker, intenser was dan ooit gedroomd.
Dankbaarheid. Dankbaarheid omwille van 2728 km zonder noemenswaardige
problemen. Zelfs niet 1 maal mijn voet omgeslagen tijdens deze tocht. "Er soll deinen Fuss nicht gleiten lassen, und der dich behütet schläft nicht" zongen we jaren geleden met de Schola. Ik heb het als een werkelijkheid ervaren.
Dankbaarheid omdat ik mocht ervaren dat het geknakte riet niet gebroken wordt. 3 maal ging ik mentaal onderdoor: de dag van de hondenbeet, de dag van de diefstal van mijn fototoestel, de woestijndag 2 weken geleden in de Meseta. Fysiek ben ik vooral in het begin heel diep moeten gaan. En toch vond ik elke dag opnieuw de moed om verder te gaan.
Dankbaarheid omwille van de vele ontmoetingen, de vluchtige contacten, de vele boeiende gesprekken, de deugddoende schouderklopjes die ik ontving en mocht geven, de vele warme omhelzingen en kussen die ik ontving en mocht geven. Telkens opnieuw een stimulans om door te gaan. Dankbaarheid omdat anderen voor mij zorg droegen en ik zorg mocht dragen voor anderen.
Dankbaarheid omwille van de vele mooie reacties op mijn pelgrimsverslagjes: een door mij zeer gewaardeerde vorm van meeleven, mentaal meegaan, steunen van mijn onderneming, zowel door bekenden als onbekenden.
Heel speciaal wil ik hier klas 6B van meester Stef uit Grimbergen vermelden: dank voor de vele toffe mailtjes die mij via meester Stef bereikten!!!!!!
Wat ik te weten kwam?
a) De nietigheid, kleinheid, misbaarheid van mijn bestaan. Het bedrijf, de Schola, het GAG... Alles draait verder, ook zonder mij. Dit is eerder een geruststelling dan een reden tot ongerustheid voor mij. Het relativeert mijn bestaan.
b) Dat ik fysiek blijkbaar toch een en ander aankan. Ik hoop deze fysiek, dat prachtig machien dat mijn lijf is, in zo·n conditie te kunnen houden.
c) Dat een mens niet gemaakt is om alleen te leven... Ik ben me meer dan ooit bewust geworden van het feit dat ik mijn leven liever delend zou leven dan alleen. (Niet drummen dames: ik zal met een intekenlijst werken. Diegene die eerst inschrijft betaalt de hoogste prijs, maar heeft ook de meeste kans!)
d) Dat ik iets gepresteerd heb, maar niets uitzonderlijks. Daarvoor heb ik "God zij dank!" te weinig afgezien. Het uitzonderlijke zat hem misschien in de gevolgde route (Vezelay en Le Puy) en de grote hitte. Maar ik ben zeker niet de enige die deze route ooit liep en de hitte van dit jaar was niet voor mij alleen. De mensen die mijn respect verdienen zijn de honderden voorgangers uit de duistere middeleeuwen: geen route-aanduidingen, geen keuze aan herbergen en restaurants zoals nu, aan het einde van de dag geen douche, veel minder hebbedingetjes om de tocht aangenamer te maken, struikrovers (nu rooft men geen struiken meer, alleen fototoestellen of zelfs complete rugzakken zoals op de dag toen ik in Pamplona was). De mensen die mijn respect verdienen zijn:
1) de familie uit België die dit jaar alles achterliet om na de pelgrimstocht een nieuw leven te beginnen of in Spanje, of in Portugal of in Zuid-Frankrijk.
2) de familie die ik in Le Puy trof: ze vertrokken naar Compostela met een zwaar mentaal gehandicapt adoptiekind.
3) de familie die ik in de buurt van Moissac een aantal keren zag... Zelf de bagage dragen en een mentaal en fysiek gehandicapte zoon op een ezel zittend.
4) de bijna blinde en dove non van 80 jaar die ik in de kloostertuin van Vezelay ontmoette en die de weg in etappekes van 7 km aflegt...
5) de vele oude mensen die met pak en zak vanaf een bepaald punt vertrekken en alles zelf meeslepen tot het eind.
6) zij die de hele tocht met fysieke problemen kampen. Bovendien lopen echte pelgrims de weg heen en terug... Ik ben dus maar een halve. (Wie het portret wil zien van een echte pelgrim moet naar de Sint-Baafskathedraal gaan en het Lam Gods bekijken: er is 1 Sint-Jacobspelgrim geschilderd op het paneel met de pelgrims. De enige gelijkenis met mijn in 1432 geschilderde collega is de baard!)Wat heb ik gemist?
De cantates van Bach; de Freimaurermuziek van Mozart; het Requiem van Faure; de symfonieën van Beethoven, Bruckner en Mahler; de liedcycli van Schubert; de treurige of blije klanken van Klezmermuziek; de sensuele klanken van de tango·s van Astor Piazola; pianoconcerto nummer 3 van Rachmaninoff; de rust van Gregoriaanse gezangen; de Canon Pokajonen van Arvo Pärt; het mysterie van Byzantijnse gezangen.
Wat heb ik als spirituele hoogtepunten ervaren?
Het verblijf bij de kloostergemeenschap, de gebedsmomenten en pelgrimszegen in Vezelay. De pelgrimszegen in Le Puy. Het verblijf, de gebedsmomenten en de pelgrimszegen bij de Norbertijnen van Conques. De pelgrimsmissen in Rocamadour en Roncesvalles. De diverse keren dat medepelgrim-priester Jean-Pierre uit Canada de pelgrimszegen uitsprak. De eucharistieviering annex "soep der vriendschap"-maaltijd in San Juan de Ortega. Het kerven van de leuze "God zij dank!" in mijn pelgrimsstaf (in de oosterse kerk is het schilderen van iconen ook een vorm van gebed). Het zelf uitspreken van de pelgrimszegen voor alle aanwezige pelgrims in de abdijruïne van San Anton.
De psalmmomenten met mijn Duitse madammen bij het begin van de tocht vanaf Le Puy. Het voorlezen van het stukje Lucasevangelie aan het Cruz de Ferro. De vele stille gebedsmomenten, alleen of met meerderen in een klein kerkje, aan een kruis onderweg.Wat rest me nu nog?
Eh bien... een welverdiende rustdag in Santiago. Sinds mijn vertrek op 2 september in Saint-Jean-Pied de Port is er elke dag gestapt. De rustdag zal onder andere gebruikt worden om heel gemeend een aantal kaarsen aan te steken voor:
1) dank voor mijn behouden tocht.
2) mijn thuis en mijn familie.
3) de overledenen van familie- en vriendenkring. Heel speciaal wil ik nog eens de namen noemen van die mensen die door hun dood mijn beslissing om naar Compostela te gaan versterkten: collega Hilde De Clercq, oud-collega Boris Van Damme, GAG-lid Herman De Boeck.
4) mijn thuisparochie en alle bekenden en onbekenden die daar wonen.
5) Aanzet-Making Magazines en al wie daar mee te maken heeft.
6) de vrienden van Schola Cantorum Sint-Baafskathedraal Gent en de grote
Schola-familie.
7) de vrienden van Gregoriaans Abdijkoor Grimbergen en de GAG-familie, klooster- en parochiegemeenschap Grimbergen.
8) de vele vrienden buiten Schola en GAG.
9) de monniken van de abdij van Chevetogne: zij zouden immers elke dag van mijn tocht een kaars voor mij aansteken.
10) al diegenen die ik onderweg mocht ontmoeten: medepelgrims, mensen die me onthaalden, voor eten zorgden, op een of andere wijze hielpen.
11) de papa van Greet Vermeire: hij wil volgend jaar de tocht stappen vanaf Saint-Jean-Pied de Port.
12) de mama van Els Van den Eede (neen neen, 'k ben het niet vergeten).
13) een priester uit Boston (USA) die me voor dit doel in Rocamadour 10 euro gaf.
14) al diegenen die in het lijstje hierboven vergeten zijn.
Maandag zet ik de weg verder... Nog 3 dagen extra stappen naar Finis Terrae. Daar is't dan echt afgelopen. Van zodra ik terug ben van dit laatste stukje Spaanse grond, mogen jullie opnieuw een mailtje verwachten.
Hartelijke pelgrimsgroeten.
Johan met de lange, grijze baard.
"het is volbracht"... zo zou ik het kunnen stellen. Het is afgelopen. Fin. Finish. ... En ·t is ongelooflijk mooi geweest, zelfs de laatste dagen.
Na mijn aankomst in Compostela op 4 oktober en 1 rustdag te Compostela op 5 oktober ben ik op 6 oktober vertrokken richting Fisterra... Het einde van de wereld. Bedoeling was om dit traject ook te stappen met Cecile en Martin (samen uit, samen thuis). Maar... Maandagmorgen in het speciale toerismebureau van Compostela voor diegenen die naar Fisterra willen: spanning. Ik voel het van zodra ik mijn twee reisgenoten zie. We vertrekken... haastig haastig. Na een half uur stappen worden we gewaar dat we niet op de juiste weg zitten. De toon waarop mijn twee tochtgenoten overleggen staat me niet echt aan. Als we eenmaal op de goede weg zitten stoppen ze. Cecile wil eerst een discussie met Martin voor ze verder stapt.
Afspraak vanavond in de refugio 25 kilometer voorbij Compostela. Voor mij geen probleem... Ik vertrek. Ook een beetje ontdaan omdat ik mijn hotelkamer reeds reserveerde voor donderdagavond en ik in het toerismebureau hoor dat er nog een extra (zeer mooie) etape kan gemaakt worden naar Muxia, waar volgens de legende het lichaam van de apostel Jacobus in een bootje zou zijn aangekomen.
Een paar uur later stop ik in een dorpje om een bocadillo te eten. Komt daar plots een jonge Duitser (Jens) aangestapt die in hetzelfde pensionnetje sliep in Saint-Jean-Pied-de-Port toen ik daar was... meer dan een maand geleden. Hij heeft niemand gezien onderweg. 's Avonds geen Cecile en Martin. Boel in 't jonge huishouden?
Goed, 's anderendaags stap ik verder. Sint-Jacob blijft me goedgezind. Galicië is bekend om de vele neerslag, de kou, de mist... 't Is alweer bloedheet (begin oktober n.b.). Het landschap van Galicië is bovendien het mooiste wat ik van Spanje te zien krijg sinds ik in Spanje ben: oneindige eucalyptusbossen, rijke landbouwgronden, kleine pittoreske dorpjes, stokoude gerimpelde mensjes (die ik niet durf te fotograferen), totaal voorbijgestreefde landbouwmethodes (maïs manueel oogsten, een grasveld maaien met sikkel, transport van materiaal met een karretje getrokken door een ezeltje), vrouwtjes die zoals jaren geleden met 3 of 4 samen aan de gezamenlijke bron de was van het linnen verzorgen... Maar het blijft me dwars zitten dat ik de ene extra etappe naar Muxia niet kan maken ondanks overschot van tijd. Ik spreek geen Spaans, heb geen telefoonnummer van het hotel (weet met moeite de naam). 's Middags stop ik aan een bar om iets te eten. Op het terras twee jongedames: een Amerikaanse die in Barcelona woont en een Oostenrijkse. Blijkt na enige tijd dat ze op terugweg zijn van Fisterra én Muxia... en maar zeggen hoe schoon het daar is... Ik leg mijn probleem uit en zie, dat schoon Oostenrijks poppemieke dat naar de naam Sandra luistert stelt voor om langs te gaan in het hotel waar ik slaap en mijn kamerreservatie een dag later te laten vastleggen. Nieuw Jacobswonder...
's Avonds alweer prijs... maar dit keer negatief. Ik ga bij aankomst opnieuw een bocadillo eten "con Tortilla jambon" (of toch zoiets). Het smaakt met niet echt, maar als ik honger heb eet ik alles. Twee uren later komt alles er langs dezelfde weg terug uit en bovendien diarree: voedselvergiftiging. Vroeg gaan slapen is dé remedie.
De volgende dag stap ik ongeveer 30 kilometer op een klein ontbijtje (koffietje en twee "madeleinekes") en 4 cola·s... Rond 16.15 u. eerste maal zicht op de Atlantische oceaan, om 17.30 u. sta ik op het strand en worden mijn schoenen overspoeld door een oceaangolf.
 |
De vierde en uiteindelijk laatste stapdag richting Fisterra is de mooiste, en je gelooft het niet, de zwaarste in 2 maanden. De Pyreneeëntocht was minder zwaar. 30 km lang, veel klimmen, veel dalen, een riviertje doorwaden (al zijn er stenen voorzien om het stappen iets makkelijker te maken), nu en dan zeer onduidelijke wegmarkeringen (gelukkig ben ik sinds maandagnamiddag met Jens op stap: samen overleggen is dikwijls dé garantie voor de juiste keuze van de weg) en... hitte, hitte... Dit hou je niet voor mogelijk in Galicië in de maand oktober. De zon is zo sterk... De meegenomen drankvoorraad is zelfs niet voldoende... Ongelooflijk moe komen Jens en ik in Fisterra aan. We laten ons onmiddellijk inschrijven in de refugio en stappen pas na de douche tot het einde van de wereld. Onze enige bagage: 2 flessen wijn en de te verbranden spullen.
Hoog op een rostpunt hebben we uitzicht op wat in de middeleeuwen echt werd bekeken als het einde van de wereld. Links van ons gaat aan de horizon, heel langzaam, de zon onder. Ze trekt een oogverblindende gouden lichtstraat over de oceaan. Achter onze ruggen speelt een Afrikaanse Luxemburger op een eensnarig instrument gemaakt van een kalebas, zijn wandelstok en een metalen draad... Amper twee minuten na het ondergaan van de zon komt rechts van ons, aan de andere horizon boven de bergen, de (bijna) volle maan op. Ze trekt een witte lichtstraat over de oceaan. We legen de tweede fles samen met een Canadese pelgrimsmadam dit ik regelmatig ontmoette op de Camino. Net voor het helemaal donker is zoeken we een veilige rots en verbranden Jens en ik totaal door de Camino versleten kleren. In mijn geval de versleten kousen die van Vezelay tot Compostela gebruikt werden en het totaal versleten grijze stink-T-shirt dat ik de eerste 3 maanden droeg. 's Avonds gaan Jens, een Franse SDF (sans domicile fixe) en ik een reuzeschotel Fruits-de-Mer eten: fiesta! Ik heb in totaal 2854 km gestapt, 't mag wel even zeker.
Terug in de refuge ontmoet ik een jonge Zwitserse met wie ik ook een 3-tal keren een stukje Camino aflegde... De weg blijft een wonder.
Gisteren (10 oktober): een beetje uitslapen kan... De weg is ten einde. Na het ontbijt op een zonovergoten terras samen met Jens, een jongedame uit Litouen, de Franse SDF, de Zwitserse, de Canadese... ga ik op het strand Sint-Jacobsschelpen zoeken. Het water van de oceaan is kristalhelder (nauwelijks 10 maanden na de Prestige-catastrofe) en deugddoend. Als ik terug in het dorp kom, een half uur voor de bus richting Compostela vertrekt, ontmoet ik een Braziliaanse met wie ik samen ontbeet in een bar in Pamplona... meer dan een maand geleden. Dit is gewoon niet te geloven.
En dan... Vertrek uit Fisterra: alweer dezelfde taferelen... Minutenlang een reeks mensen omhelzen en afscheidskussen geven en ontvangen... Mensen met wie je een stuk van de Camino liep... een deel van je eigen leven deelde in ongewone omstandigheden. De ergste schok in bijna 5 maanden: ik MOET betalen om kilometers af te leggen (met de bus)... Ik kan dit bijna niet verteren...
Als ik twee en een half uur later opnieuw in Compostela aankom is de emotie opnieuw enorm groot: nu is het echt afgelopen. Net op het moment dat ik in de buurt van de kathedraal kom zie ik twee bekende silhouetten: een koppel Nederlanders die ook in Saint-Jean-Pied-de-Port in hetzelfde pension sliepen. We zitten maar net neer op een terrasje om het weerzien te vieren als er een koppel Duitsers langskomt dat ik heel kort ontmoette in Puente la Reina: vieren met vijf! Net als we vertrekken (na twee uren terras): Jean-Pierre, de priester uit Canada... gisteren aangekomen...·
's Avonds echt feest: met het koppels uit Nederland en Duitsland gaan eten in de 5-sterren-Parador: leven kan mooi zijn. 't Is vroeg in de morgen als we gaan slapen.
Vandaag, laatste dag van mijn pelgrimstocht. Ik ga naar de kathedraal voor de pelgrimsmis. Ik ontmoet er het koppel Nederlanders dat ergens in Frankrijk in een gastenboek neerschreef of ze ooit "Johan uit Gent" zouden ontmoeten. Een Boliviaans koppel spreekt me aan: we aten samen in een restaurantje ergens in Spanje, 2 weken geleden... Een Fransman die ik ontmoette in een gite d'étape 3 weken voor ik de Pyreneeën overstak komt net voor de eucharistieviering in Compostela aan... Telkens opnieuw hetzelfde scenario: omhelzingen, kussen, uitwisselen van ervaringen... Dit is echt bijzonder. Ik ken geen kerk ter wereld waar zoveel mensen uit alle uithoeken van de wereld met elkaar communiceren. Ik herinner me niet meer hoe ik dit alles aanschouwde als toerist, 10 jaar geleden, maar als toerist sta je hier echt BUITEN. Of je stapte de weg en je verstaat dit fenomeen, of je snapt het niet.
En wat rest me nu... Binnen een kwartiertje een afpraak met Jean-Pierre uit Canada: nog een beetje bijpraten. Tot voor Fisterra was ik overtuigd om nog een weekje Barcelona te bezoeken... een beetje Gaudi-gapen. Ik heb totaal geen behoefte meer. Als ik Barcelona wil bezoeken zal dat een andere keer zijn. Het effect van "Finis Terrae": de weg is ten einde... ik heb hier niets meer verloren, niets meer te zoeken. Het is afgelopen, gedaan ... Het project dat ik, naarmate de vertrekdatum nader kwam met meer en meer angst op mij liet afkomen, is afgewerkt. Als is't met spijt in 't hart dat ik dat moet toegeven...
Een van de komende dagen sta ik terug in Gent. Een paar dagen in bekende omgeving. En dan een nieuwe uitdaging. Net zoals mijn tocht naar Compostela me net voor het vertrek meer en meer angst inboezemde, heb ik voor november weer hetzelfde gevoel. Alhoewel ik regelmatig een aantal dagen in een abdij verblijf, is het nu anders... Lang voor ik naar Compostela vertrok besliste ik om een hele maand in een abdij door te brengen. Ik wil dit, net als mijn pelgrimstocht, zo intensief mogelijk beleven. Dat wil zeggen: ontiegelijk vroeg opstaan, vele uren gebed samen met de paters en uren van werk... anders geen brood op de plank. Net zoals een wandelingetje iets anders is dan een tocht van 2854 km, is twee of drie dagen abdijleven als gast iets anders dan echt een maand meeleven... Maar als deze abdij-ervaring even positief afloopt als de tocht, dan mag ik me meer dan een gelukkig mens noemen...
De pelgrimstocht is ten einde (of begint nu pas...). ·t Is meer dan mooi en goed geweest... Het schoonste cadeau in mijn leven... Morgen (zondag 12 oktober) vertrek ik uit Compostela... Klaar om een hele reeks mensen in mijn armen te sluiten, klaar om mij door een hele reeks mensen in hun armen te sluiten...
Amen...
Nog steeds jullie pelgrim
Johan...
PS: wie een heel recente foto van mij wil zien surft naar: www.abdijkoorgrimbergen.be naar het rubriekje J.Tanghe naar Compostela. Aan het einde van alle verslagen staat een foto, een beeld genomen uit een televisie-interview dat (onder andere over mij) door de Spaanse televisie werd uitgezonden... Ik kan er niet aan doen, maar gaandeweg (letterlijk) ben ik een fenomeen geworden op de Camino).