3de Zondag van de Advent.

  • Introïtus:
  • Gaudete in Domino semper: iterum dico, gaudete. Modestia vestra nota sit omnibus hominibus: Dominus enim prope est. Nihil solliciti sitis: sed in omni oratione petitiones vestræ innotescant apud Deum.Weest altijd blijmoedig in de Heer; nog eens zeg ik:weest blijmoedig. Laat uw goedheid aan alle mensen zien, want de Heer is nabij. Maak u nergens te bezorgd over, maar geeft uw verlangens altijd door te bidden aan God te kennen.
    Ps. Benedixisti, Domine, terram tuam: avertisti captivitatem Jacob.Ps. Gij hebt uw land begenadigd, o Heer, en het lot van Jakob ten beste gekeerd.
    Gloria Patri ...Eer aan de Vader ...
  • Alleluia:
  • Exita Domine potentiam tuam, et veni, ut salvos facias nos.Wek uw macht op, o Heer, en kom ons verlossen.
  • Rorate cæli desuper et nubes pluant justum.
  • Dauwt hemelen, de gerechtige naar beneden en gij wolken, regent Hem neer.
  • Ne irascaris, Domine, ne ultra memineris iniquitatis: Ecce civitas sancta facta est deserta: Sion deserta facta est: Jerusalem desolata est: domus sanctificationis tuæ et gloriæ tuæ, ubi laudaverunt te patres nostri.Wees niet boos, Heer, gedenk niet langer onze ongerechtigheid. Zie, de stad van de Heiligen is leeg en Sion is verlaten. Jeruzalem is als een woestijn; het huis van Uw heerlijkheid en van Uw glorie, waar onze vaderen U lofliederen zongen.
    Peccavimus et facti sumus tamquam immundus nos, et cecidimus quasi folium universi: et iniquitates nostræ quasi ventus abstulerunt nos: abscondisti faciem tuam a nobis, et alisiisti nos in manu iniquitatis nostræ.Wij hebben gezondigd en zijn onrein geworden, en allen zijn wij gevallen als een blad. Onze ongerechtigheden hebben ons als de wind weggevaagd. Gij hebt Uw aangezicht voor ons verborgen en ons verpletterd onder het gewicht van onze zonden.
    Vide Domine afflictionem populi tui et mitte quem missurus es: emitte Agnum dominatorem terræ, de petra deserti ad montem filiæ Sion: ut auferat ipse jugum captivitatis nostræ.Zie, Heer, de verslagenheid van uw volk en zend Diegene die Gij zult zenden: zend het lam, de Heerser over de aarde, van de rots der woestijn naar de berg van Sion's dochter om het juk van onze slavernij weg te nemen.
    Consolamini, consolamini, popule meus, cito veniet salus tua; quare mœrore consumeris quia innovavit te dolor? Salvabo te, noli timere, ego enim sum Dominus Deus tuus, Sanctus Israël Redemptor tuus.Troost u, troost u, mijn volk, want spoedig zal uw redding komen. Waarom wordt gij door rouw verteerd? Daar gij tot inkeer gekomen zijt, zal Ik u redden; wilt toch niet vrezen, want Ik ben de Heer, uw God, de Heilige van Israël, uw Verlosser.
  • Communio:
  • Dicite: pusillanimes confortamini, et nolite timere: ecce Deus noster veniet, et salvabit nos.Houdt moed, kleinmoedigen, en hebt geen vrees; zie onze God zal komen en ons verlossen.



    * *