| Introïtus: | |
| Si iniquitates observaveris Domine, Domine quis sustinebit? quia apud te propitiatio est, Deus Israël. | Als Gij zonden blijft gedenken, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij U vind ik vergeving, God van Israël. |
| Ps. De profundis clamavi ad te, Domine: Domine exaudi vocem meam. | Ps. Uit de diepte roep ik, Heer, luister naar mijn stem. |
| Gloria Patri ... | Eer aan de Vader ... |
| Alleluia: | |
| Qui timent Dominum sperent in eo: adjutor et protector eorum est. | Wie de Heer vrezen, hebben in Hem hun hoop gesteld, want Hij is hun helper en beschermer. |
| Communio: | |
| Aufer a me opprobium et contemptum, quia mandata tua exquisivi Domine: nam et testimonia tua meditatio mea est. | Neem van mij alle smaad en schande weg, want al wat Gij verordent volbreng ik. Wat over U wordt getuigd neem ik in overweging. |