| Introïtus: | |
| Salus populi ego sum, dicit Dominus: de quacumque tribulatione clamaverint ad me, exaudiam eos: et ero illorum Dominus in perpetuum. | Ik ben het heil van het volk, zegt de Heer. Ik zal hen verhoren uit welke nood ze me ook aanroepen. Ik blijf hun beschermer, tot in eeuwigheid. |
| Ps. Attendite popule meus legem meam: inclinate aurem vestram in verba oris mei. | Ps. Schik u naar mijn geboden, mijn volk, neig uw oor naar het woord dat ik tot u richt. |
| Gloria Patri ... | Eer aan de Vader ... |
| |
| |
| |
| |
| Alleluia: | |
| Confitemini Domino et invocate nomen ejus: annuntiate inter gentes opera ejus. | Verheerlijkt de Heer en roept Hem aan met Zijn Naam. Verkondigt de volken Zijn daden. |
| Communio: | |
| Tu mandasti mandata tua custodiri nimis: utinam dirigantur viæ meæ, ad custodiendas justificationes tuas. | Gij hebt uw geboden gegeven, opdat men ze trouw zou vervullen. Moge mijn wegen recht zijn, gericht op wat Gij beschikt. |