 22ste Zondag door het jaar.
Introïtus: | | Miserere mihi Domine, quoniam ad te clamavi tota die: quia tu Domine suavis ac mitis es; et copiosus in misericordia omnibus invocantibus te. | Heb erbarmen met mij, Heer, want de hele dag lang roep ik tot U. Gij zijt immers goed en genadig, Heer, barmhartig voor eenieder die U aanroept. | Ps. Inclina Domine aurem tuam et exaudi me: quoniam inops et pauper sum ego. | Ps. Neig Uw oor naar mij, Heer, en verhoor mij want ik ben ongelukkig en arm. | Gloria Patri ... | Eer aan de Vader ... | Alleluia: | | Exultate Deo adjutori nostro, jubilate Deo Jacob: sumite psalmum jucundum cum cithara. | Huldigt de Heer, onze sterkte. Jakobs God, juicht hem toe. Laat een blij lied klingen op uw citer. | Communio: A-jaar | | Qui vult venire post me, abneget semetipsum: et tollat crucem suam, et sequatur me. | Wie mijn volgeling wil zijn moet zichzelf verloochenen. Hij moet zijn kruis opnemen en mij volgen. | Communio: B- en C-jaar | | Domine, memorabor justitiæ tuæ solius: Deus docuisti me a juventute mea, et usque in senectam et senium, Deus ne derelinquas me. | Uw gerechtigheid alleen zal ik indachtig zijn, Heer,. Van jongsaf hebt Gij, God, me de weg getoond. Ook als ik oud en grijs geworden ben, verlaat mij dan niet, mijn God. |
|